Omgevingsvisie is óók voor de burger

Onlangs stond in dagblad Tubantia een verhelderend stuk van journaliste Saskia Minkman. Onderwerp: het wollige taalgebruik tijdens een gemeenteraadsvergadering van de gemeente Hengelo over de omgevingsvisie.

Tijdens de vergadering werd een omgevingsvisie omschreven als ‘een integrale lange termijnvisie met strategische hoofdkeuzen van beleid voor de fysieke leefomgeving’. Het ging over ‘sporen met een eigen vaststellingsmoment’ en ‘een inclusieve stad die stuurt op duurzaamheidsdoelen’. Er kwamen formuleringen voorbij als ‘sectoraal ingestoken beleidsstukken’, ‘kaders die er liggen’ en ‘het proces en de inhoud van het kader doorlopen’.

Minkman overkwam wat vast ook de belangstellende burgers gebeurde tijdens de digitale raadvergadering: haar aandacht vloeide weg naar triviale zaken. Ze moest niet vergeten de gft-bak buiten te zetten, en de auto moest naar de apk-keuring, maar wanneer ook alweer?

Een omgevingsvisie? Voor wie dan?

Iedere gemeente moet voor 1 januari 2024 een omgevingsvisie hebben. Daarin moet ook staan hoe burgers betrokken zijn. Van ‘hoe zien inwoners de toekomst van hun omgeving?’ tot ‘wat vinden ze van de plannen?’. Welke werkvormen een gemeente ook kiest voor participatie, zonder heldere taal haakt de burger al snel af. Bedenk altijd voor wie je schrijft, in elke fase van het proces om tot een omgevingsvisie te komen.

Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is onderdeel van het programma Aan de slag met de Omgevingswet waarin gemeentes, provincies, waterschappen en het Rijk samenwerken. Op de website van IPLO staat alle informatie over lokale participatie en hoe die vorm te geven. Zo staat in de nota Denkwijze(r) voor goede participatie uitgebreid dat burgers in staat moeten zijn om inbreng te leveren. ‘Betrek inwoners bij onderwerpen en stel alle relevante informatie beschikbaar. Daarbij is bijzondere aandacht nodig voor de groepen die weinig of nooit participeren, bijvoorbeeld vanwege opleidingsniveau of door lage geletterdheid. Er moet sprake zijn van de wil om een gelijke informatiepositie te bieden. Een participant kan pas meedenken als hij of zij weet wat er speelt en wat de grenzen van de mogelijkheden zijn.’

Weinig aandacht voor taalgebruik

Toch ook even gekeken hoe vaak het woordje ‘taal’ in het stuk voorkwam: eenmaal. ‘Verdiep u in de leefwereld van participanten: houd rekening met sociale en culturele normen en maak weloverwogen keuzes over locatie, datum, tijd, kinderopvang, vervoer, toegang en taal.’ Misschien gaan ze ervan uit dat helder communiceren en B1-taalgebruik bij iedere gemeente al vanzelfsprekend is. Dat daar dus geen extra aandacht voor nodig is.

Wij zijn het daar niet mee eens. Meer dan de helft van ons werk doen wij voor gemeenten, ministeries, provincies en waterschappen. Met aandacht voor politieke gevoeligheden, voor juridische en technische voorwaarden en voor publiekscommunicatie schrijven of vereenvoudigen wij rapporten en beleidsstukken. Ook voor jouw gemeente.

Wij zetten jouw verhaal helder op papier

Wil jij meer weten over helder en doeltreffend taalgebruik? Wij kunnen je van dienst zijn. Neem contact met ons op om hier verder over te praten.

Bob Gaster

23 juli 2021