Er ingaan of erin gaan: hoe zit dat precies?

Sta jij weleens stil bij het woordje ‘er’? Dan ben je niet de enige: dat kleine woord levert geregeld problemen op. Is het spreektaal of hoort het ook in geschreven teksten thuis? Schrijf je het aan andere woorden vast of juist niet? Wij bespreken de spellingsregels rondom dit venijnige woord.

Allereerst is het essentieel te begrijpen dat ‘er’ meerdere functies kan vervullen, afhankelijk van de context waarin het voorkomt. Als je zegt: “Ik heb er drie”, dan verwijst het naar iets waarover je al eerder hebt gesproken (bijvoorbeeld naar ‘pennen’ in een antwoord op de vraag: “Hoeveel pennen heb je?”).

Geen spatie tussen ‘er’ en voorzetsel

Daarnaast kan het verwijzen naar een plaats, zoals in de zin: “We zijn er bijna.” Je kunt het dan vervangen door de locatie, inclusief een voorzetsel: “We zijn bijna in Amsterdam” of “We zijn bijna op de berg.” In deze situatie levert het woordje ‘er’ regelmatig problemen op. Schrijf je nu eigenlijk “We zitten erin?” of “We zitten er in?”

De regel is eenvoudig: schrijf ‘er’ vast aan het voorzetsel dat erachter staat. Dus ‘erin’, ‘eraan’, ‘ertegen’, ‘erop’, ‘ervoor’, enzovoorts. Overigens geldt dit ook voor ‘hier’ en ‘daar’. Dat zijn de woorden waar je ‘er’ vaak door kunt vervangen.

De regel is eenvoudig: schrijf het woordje ‘er’ vast aan het voorzetsel dat erachter staat.

Wat doen we met twee voorzetsels?

Komt er nog een voorzetsel voor in de zin? Controleer dan of dat onderdeel is van een werkwoord. Je schrijft niet ‘ervanuit gaan’, maar ‘ervan uitgaan’, want ‘uit’ hoort in deze zin bij het werkwoord ‘uitgaan’. Dat is dus ook het geval als de woordvolgorde verandert: “Ga ervan uit.”

Het is overigens wel belangrijk om na te gaan of het voorzetsel echt bij een werkwoord hoort. Als je iemand vertelt dat je zin hebt in avontuur, kun je zeggen: “Ik wil eropuit.” Het voorzetsel ‘uit’ is geen onderdeel van het werkwoord, want ‘uitwillen’ bestaat niet. In dat geval schrijf je het dus aan de combinatie met ‘er’ vast.

Een fascinerend woord van twee letters

Over het woordje ‘er’ valt nog meer te vertellen. In 2018 promoveerde Franca Wesseling van de Universiteit Utrecht zelfs op een onderzoek naar de verschillende functies van het woord. Geen wonder dat wij er als eenvoudige taalgebruikers mee worstelen. Ermee worstelen, dus.

Meer voorbeelden zien? Kijk op de website van Onze Taal voor een uitgebreide woordenlijst. En dat voorbeeld uit de titel dan? De tweede schrijfwijze, ‘erin gaan’, is correct.

Stephan Borggreve

25 juni 2021